Verhaal uit mijn praktijk.
Al enige tijd kom ik bij een echtpaar thuis.
Dhr. heeft hulp nodig bij de adl, mw. niet, zij redt zich prima zelf.
Dhr. is niet communicatief dat komt mede door zijn ziektebeeld.
Mw. daarentegen vindt het heel fijn dat ik kom en praat en vertelt dan ook altijd honderduit.
Op een ochtend kom ik bij hen en ik heb dhr. gewassen en aangekleed. Mw. staat met haar gezicht naar (bij) het aanrecht toe en maakt daar de worteltjes schoon alsof haar leven er van afhangt. Vreemd denk ik, ze heeft nog helemaal geen woord gesproken… Ik kom bij haar staan en sla mijn arm om haar schouder, tegelijk vraag ik wat er is. Ze draait zich om en zegt in tranen: “Troch Pier hawwe wy gjin bern krige, Hy woe ek net in adoptearje en dat hie ik sa leaf hân. Wat een groot en diep intens verdriet!
Ik heb meestal mijn woordje wel klaar maar weet nu niet goed hoe te reageren. Ik druk de Senseo aan en dirigeer haar naar haar stoel. Dhr. zit in de voorkamer en kijkt televisie. Ik probeer door wat meer vragen te stellen het gesprek verder te openen.
Ze praat, vertelt, huilt en gebruikt voor de tranen en voor haar neus een stuk keukenrol
wat ik haar geef. Ik hoef verder niet te praten, ik luister. Na zo`n 15 minuten kijkt ze me
aan en zegt: "Nu zadel ik jouw op met mijn problemen".
Ik ontken dat natuurlijk en zeg dat ik er juist ben ook voor dit soort gesprekken.
We drinken samen de koffie en mw. omhelst mij en zegt dat ze zo verschrikkelijk blij met me is.
Wauw, wat heftig allemaal maar wat heb ik toch een mooi en dankbaar beroep.
(Naam is gefingeerd.)
Een paar keer ben ik bij deze man van 87 jaar geweest. Ik hoef dan alleen maar zijn ogen te druppelen. Hij is erg doof ook al heeft hij 2 gehoorapparaten. Hij oogt keurig, netjes gekleed, is geschoren en zit aan zijn ontbijt. Omdat hij doof is kost het wat meer tijd wanneer je met hem wilt communiceren. En tijd… is altijd een dingetje.
De man - ik noem hem Mark - weet ook dat we meestal weinig tijd hebben. Hij vraagt eigenlijk ook nooit iets, ik doe mijn ding en ga weer. Maar ik heb er zin in vandaag en wil graag eens met Mark echt In contact komen. Er hangt een foto erg in het zicht en ik denk: Als ik over die foto begin dan is het vast raak. En ja, dat blijkt te kloppen… “Dat is/was onze oudste zoon” vertelt hij.
Ik kijk hem vragend aan en hij vertelt verder.
“40 jaar is hij onze zoon geweest maar nu sinds 10 jaar is hij onze dochter”.
Hij praat zo vol begrip over de situatie en hij vindt het zo jammer dat zijn zoon dit pas na 40 jaar durfde te vertellen.
Vrienden en buren van Mark hadden er allemaal een mening over.
Een daarvan: “Hij hoefde voor mij niet meer thuis te komen”!
Mark kijkt mij aan en zegt: “Met die vrienden heb ik nooit meer afgesproken”.
Op mijn vraag of zijn dochter nu gelukkig is knikt hij instemmend, “en ze komt iedere week bij mij langs. De band is hecht ook al noem ik haar nog wel eens bij haar jongensnaam”.
En dit allemaal op een vroege zondagmorgen.
Wat heb ik toch een prachtig beroep!
Verhaal uit mijn praktijk.
Wanneer je net als ik in de zorg werkt en bij de mensen thuiskomt, kom je bij mensen achter de voordeur. Zo kom ik ook bij een mevrouw van 98 jaar oud. Zij is lichamelijk niet sterk (meer) maar haar cognitieve vermogen is nog haarscherp.
Wanneer ik haar help bij de dagelijkse zorg kunnen we heerlijk praten over o.a. politiek, geloof en de zin van het leven. Tijdens deze gesprekken leer ik ook weer veel over mezelf. Zo ook nu weer toen we het over Kerstmis hadden. Waarom vieren we Kerst, Kerstversiering, Jozef en Maria, dennenbomen etc. Mevrouw vertelde dat zij afgelopen januari allemaal nieuwe Kerstversierselen had gekocht bij een tuincentrum. Alles was met 75% afgeprijsd vertelde ze met trots.
Dan ben je 98 en koop je allemaal nieuwe Kerst attributen omdat ze zo goedkoop zijn. Ik ken veel mensen die veel jonger zijn en al niets nieuws meer kopen omdat ze het zonde vinden van het geld of denken/ misschien onbewust, hoeveel Kerstdagen beleef ik nog. Dit is een bewustwording van het leven en natuurlijk niet alleen met de Kerst.
Wat heb ik toch een prachtig beroep.
Vaak ( ook in de zorg) wordt deze term veel gebruikt. Omdat ik jarenlange ervaring heb in de zorg weet ik heel goed wat ze hiermee bedoelen. Maar wanneer je het een stagiaire vraagt weet hij/zij vaak niet wat er wordt bedoeld.
In de zorg is communicatie 1 van de belangrijkste vaardigheden/competenties. Voel jij de sfeer aan die bij de client heerst/past? In mijn praktijk kom ik bij de mensen thuis. Allemaal verschillende mensen, in hun beroep maar ook in hun levensovertuigingen, en het moment waarop ze hulp van een zorgverlener nodig hebben. De een is van beroep theoloog, een ander is timmerman, ondernemer, ict’er, hovenier, leraar of lerares geweest etc. Je hebt allerlei categorieën zorgvragers (cliënten) die ernstig ziek zijn, gehandicapt, beroerte, afasie (zij kunnen de woorden niet vinden). Ga je daar als verzorgende overal hetzelfde mee om? Ik kan rustig zeggen van nee. Hier gebruik je onder andere het 'Fingerspitzengevoel'. Wat bij de een misschien heel goed kan, kan soms bij een ander helemaal niet.
Aan de hand van een casus uit mijn praktijk zal ik het proberen duidelijk te maken. Ik kom voor het eerst bij een mw. die afasie heeft en ik moet haar naar het toilet begeleiden. Wanneer zij op het toilet zit (mw. is incontinent) zie ik dat haar inco broekje grotendeels verzadigd is en dat er al een bruine knikker in zit. Ik wil dat broekje in de pedaalemmer doen maar zij word heel erg boos en vloekt. Na enige vragen te stellen kom ik erachter dat het broekje wel in de pedaalemmer mag maar ik moet die bruine knikker in het toilet doen. Opgelost … De volgende dag moet ik mw. uit bed halen, wassen en aankleden. Bij binnenkomst merk ik eigenlijk dat ze nog steeds boos is over datgene wat ik de dag ervoor eerst niet begrijp. Als mw. in de kleren is doet ze make up op en wil ook haar wenkbrauwen tekenen. Ik denk dat ze mij het potloodje aan wil geven (wij staan samen voor de spiegel en er is geen afstand). Ik pak het potloodje en ik denk: Het is erop of eronder, of de sfeer wordt goed/beter of mw. wordt weer boos om iets wat ik doe... Ik begin een snor op haar gezicht te tekenen. Ze kijkt mij aan via de spiegel en begint verschrikkelijk te lachen en ik toen ook. Ik had het goed aangevoeld, de lucht was geklaard.
Prachtig, wat heb ik een mooi beroep.